Genetische manipulatie: we doen het al eeuwen!

Iedereen die zo vreselijk tegen genetische manipulatie van mensen is: realiseer je eens dat we onze genen indirect al dagelijks manipuleren, en meestal niet ten goede.

Onze genen zorgen er niet voor dat wij het beste in onze huidige omgeving passen, maar in de omgeving van onze verre voorouders. Dat komt doordat wij onze omgeving razendsnel veranderen, terwijl evolutie langzaam gaat. Dat heeft heel bijzondere gevolgen. We nemen er één: diabetes.

Onze voorouders moesten gauw alles opeten wat er voor hun neus kwam, want er was meestal niet veel voedsel. En zeker suiker was zeldzaam. Het is niet voor niets dat we dol zijn op zoet: als het er is, moeten we het gauw opeten. In de tijd dat je alvleesklier fluitend lag te luieren, kon dat weinig kwaad. Hij gooide heel af en toe wat insuline je bloedbaan in, en dat was het dan.

Nu hebben wij onze omgeving volgestouwd met Marsen, Snickers, energiedrankjes en slagroompunten (om nog maar te zwijgen van ‘gezonde’ fruityoghurtjes), en raakt de alvleesklier bij steeds meer mensen vroegtijdig uitgeput. En hop: diabetes (‘suikerziekte’). Een kwaal waarvan de aanleg in ieder geval gedeeltelijk erfelijk bepaald is.

Bon. Vroeger ging je dan redelijk snel het hoekje om. En als je het heel vroeg kreeg, ging je het hoekje om voordat je je genen had kunnen doorgeven.

Maar wij hebben insuline in pennen, dus blijven mensen met diabetes (gelukkig) in leven, en hebben ze ruim de tijd om hun aanleg door te geven aan volgende generaties. Dat betekent dat op de zeer lange termijn er steeds meer mensen met aanleg voor diabetes zullen komen.

Diabetes is wel een duidelijk voorbeeld, maar het werkt langzaam, omdat de meeste mensen het pas krijgen als ze zich al voortgeplant hebben. Dus gooi ik er nog een ander voorbeeld tegenaan.

Kijken we even naar mensen die alleen met allerlei hormoonkuren en IVF nageslacht kunnen produceren: vreemd genoeg zouden zij ervoor kunnen zorgen (als de onvruchtbaarheid erfelijk is) dat er steeds meer onvruchtbare mensen komen. (Net zoiets als mandarijnen zonder pitjes, hè?)

Of mensen met taaislijmziekte. Of mensen met PKU (fenylketonurie).

Kortom: wij grijpen al in ons erfelijke materiaal in, al is het via een omweg: door de natuurlijke selectie te beïnvloeden.

Eigenlijk is het dan niet meer dan logisch om (als we tóch aan het ingrijpen zijn, en dat zullen we altijd doen) de boel maar meteen bij de bron aan te pakken, en zorgen dat die kwalen uit het erfelijk materiaal gevist worden voordat ze ellende aanrichten.

Maar zitten daar dan geen gevaarlijke kanten aan? Natuurlijk wel! Maar denk even na: het ‘fokken’ van een menselijke soort die totaal afhankelijk is van medicijnen en hulpmiddelen is óók levensgevaarlijk. Misschien zien mensen dat niet omdat het zo langzaam gaat, maar als in de farmaceutische fabrieken nú massaal de stroom uitviel, begonnen er morgen al mensen dood te gaan. Is dat soms niet gevaarlijk?

Reacties

reacties